Glaswerk uit de Kanaalstreek in pop-up museum, Stadskanaal
Op zaterdag 4 mei opent om 13 uur aan de Kanaalster Hoofdstraat 28 in het winkelpand Lutz glasverzamelaar Henk Brans een Pop-up Museum met glaswerk dat in Nieuw Buinen geproduceerd werd bij de fabriek van Thöne-Bakker aan het Noorderdiep (1838-1937), van Meursing aan het Zuiderdiep (1845-1967) en van Nanninga aan het Dwarsdiep (1960-1980). Ook de Musselkanaalster glasfabriek Sterglas van Wilbrink (1950-1975) is goed in de collectie Brans vertegenwoordigd. Het Pop-up Museum is voorlopig elke woensdagmiddag geopend van 13 tot 17 uur. Op afspraak is ook bezoek mogelijk.
‘Nei Buuner’ Henk Brans, zelf een telg uit een Nieuw Buiner glasmakersfamilie, verzamelt al zo’n kleine 60 jaar flessen en flesjes. Zijn eerste glaswerk berustte op een eigen bodemvondst. In de afgelopen tien jaar groeide zijn verzameling sterk. In kringloopwinkels, op straatmarkten kocht hij glaswerk aan dat al decennia lang op zolders en in kelders van inwoners van de Kanaalstreek lag. Flessen die om hun vorm, maar ook door emotionele herinneringen aan familieleden die in de lokale glasindustrie werkten, gekoesterd werden. Toen hij vanaf 2011 in zomerexposities in het Keramisch Museum Goedewaagen zijn verzameling ging presenteren, deden ook steeds meer plaatsgenoten hem schenkingen. Alle nieuwe aanwinsten werden zorgzaam gefotografeerd en beschreven. Op een eigen website www.glaswerknieuwbuinen.nl werd de rap groeiende collectie gedocumenteerd. Van zaterdag 6 juli tot en met 30 september 2019 brengt Henk Brans in het Keramisch Museum Goedewaagen een tentoonstellingsoverzicht gewijd aan de glasfabriek Thöne-Bakker.
De glasindustrie en met name de flessenproductie van de Kanaalstreek begon in 1838 dankzij de inbreng van Duitse vakkrachten. Getuige de verkoopkantoren van Thöne-Bakker elders in Nederland genoot glaswerk uit Nieuw Buinen al voor 1900 een grote bekendheid. Heel veel toenmalige, grote industrieën kochten in Nieuw Buinen de meest uiteenlopende soorten flesverpakkingen in, of het nu Maggi, Boldoot, Eau de Cologne, Haarlemmer Olie of Talens betrof om maar een paar voorbeelden te noemen. De fabriek van Bakker was ook vertegenwoordigd op grote exposities, in Noord-Nederland bijvoorbeeld op de door aardappelmeelfabrikant Scholten georganiseerde ‘halve wereldtentoonstelling’ van 1903 in de stad Groningen.
Dat die glasindustrie zo’n geweldige bloei doormaakte, had alles van doen met de hoogwaardige kwaliteit van de turfbouw in juist Nieuw Buinen. Een Goudse keramiekfabrikant als Goedewaagen kwam daardoor al voor 1900 naar Nieuw Buinen om turf in te kopen. Ook de fabriek van Meursing en de glashandel van Heinz aan het Dwarsdiep in Nieuw Buinen bezorgden het Drentse glasmakersdorp landelijke faam. Toen Voorheen Meursing in opdracht van de Verenigde Glasfabrieken zich meer en meer tot massa-industrie ontwikkelde, bleken de kleinere glasfabrieken van Wilbrink en Nanninga met kunstglaswerk een nieuwe markt te kunnen openen.