Van oorsprong was hij machinefabrikant aan het Dwarsdiep in Nieuw-Buinen. Maar in 1960 besloot Gerardus Nanninga een plan ten uitvoer brengen dat hij al lang in het hoofd had. De machinefabriek Nanninga zou plaatsmaken voor een glasfabriek van die naam en zich focussen op productie van verpakkingsglas.
Glasfabriek Nanninga
Verschillende machines voor zijn nieuwe industrie maakte heer Gerardus Nanninga nog in zijn machinefabriek. Hij nam drie man aan het werk en gezamenlijk probeerde men de aanvangperiode door te komen. Dat eerste begin was heel moeilijk, ten eerste omdat de heer Nanninga nog afnemers voor zijn producten moest zien te krijgen, maar vooral ook omdat hij juist in die periode hij nogal langdurig ziek werd, wat een uiteraard niet bevordelijk was voor een gunstige ontwikkeling voor het nieuwe bedrijf. Hij overwon de ziekte, evenals het bedrijf die aanloopperiode overwon.
Langzaam kwamen de orders binnen, het tempo daarvan werd geleidelijk hoger. Nu heeft de glasfabriek Nanninga zijn bestaansrecht dubbel en dwars aangetoond. De 3 werkkrachten waarmee werd begonnen zijn er nu dertien en nog is de ontwikkeling niet tot staan gekomen. Aan het dwarsdiep ontbreekt het de heer Nanninga aan ruimte. Dat ziet iedereen. Daarom is het maar beter de fabriek tijdig wordt verplaatst naar een stuk land waar ze wel de vleugels uit kan slaan. Hoewel hij alles haarfijn uitkient en beslist niet over ijs van één nacht wil gaan, vindt de heer Nanninga zelf dat die verplaatsing van het bedrijf nu maar zo gauw mogelijk moet plaatsvinden. Enkele jaren duurt het in iedergeval niet meer.
De glasfabriek zal dan een plaatst vinden op de voor industrievestiging bestemde grond aan de Glaslaan in Nieuw-Buinen, bij de confectiefabriek van de Levita. Dus de heer Nanninga maakte een voorzichtige schatting van het aantal personeelsleden dat hij in dienst zal hebben.
Terwijl voorheen Meursing aan het Zuiderdiep en de Glaslaan, de enige overgebleven grote glasfabriek ter plaatse, voor een verder industrialisering met een lopende band koos, richtte Nanninga zich op een heel breed productie spectrum van kleinere glasobjecten. Bij Nanninga werd ouderwets geblazen, maar ook werden van Meursing afgedankte, half-industriële persmachines overgenomen.
Toen in 1967 door de directie van de Verenigde Glasfabrieken de vestiging van Meursing gesloten werd, bleef Nanninga als enige fabrikant over. Vergeten is dat Nanninga uit liefde voor het vak uit de inboedel van Meursing een unieke collectie machines, gereedschappen en ontwerptekeningen overnam. De enige die dat vroegtijdig onderkende, was glaskunstenaar Cees van Olst uit Diever die kort na de stichting van zijn glasmuseum eind jaren 70 de hele inboedel van Nanninga kocht.
Onbekend bleef ook dat Nanninga door het aantrekken van de Duitse glasblazer Günter Hitze een voor Nieuw-Buinen geheel nieuwe sierglas productie opzette. Veelkleurig glaswerk dat soms wordt aangeboden als afkomstig uit het Venetiaanse Murano.